De Bachelor of Science doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem of de ontwikkeling van een methode, ofwel leidt tot groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving.

De professional laat dit zien door:

A | Zelfstandig een probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstelling van de onderzoeksopdracht.
B | Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur en/of bronnen te selecteren en te verkrijgen om zich volledig  in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend.
C | Zelfstandig deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren.
D | Methodisch een werkplan te maken, waarbij rekening wordt gehouden met evaluatie- en bijstelllingsmomenten, randvoorwaarden en onzekerheden
E | Een complex werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig met een dynamische planning te werken. Relevante kennis te verwerven en toe te passen.
F | De resultaten samen te vatten,te structureren en te duiden in relatie tot de onderzoeksvraag. Zorg te dragen voor betrouwbare resultaten.
G | Op basis van de conclusies en overige inzichten voorstellen te doen voor een vervolg op het onderzoek.
H | De opbrengsten van het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende/valide standaard.
I | Resultaatgericht samen te werken in multidisciplinair verband. Adequaat te communiceren en rapporteren over de voortgang en afstemming.

1 | Onderzoeken

De Bachelor of Science doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem of de ontwikkeling van een methode, ofwel leidt tot groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving.

1 | Competentie Onderzoeken

De Bachelor of Science doet binnen het domein Applied Science onderzoek dat ofwel bijdraagt aan de oplossing van een probleem of de ontwikkeling van een methode, ofwel leidt tot groter inzicht in een onderwerp binnen de eigen werkomgeving.

Niveau I Niveau II Niveau III Niveau IV
De student levert een belangrijke bijdrage aan een aangereikte onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:
De student levert een belangrijke bijdrage aan een aangereikte onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:
De student vertaalt een aangereikt probleem naar een onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:
Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven).

De professional laat dit zien door:
A | Doelstelling van de onderzoeks- opdracht formuleren Inhoudelijk met de opdrachtgever te communiceren over het probleem en de doelstelling van het onderzoek. In samenspraak en met afstemming een probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstellingen van de onderzoeksopdracht. Zelfstandig een aangereikt probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstelling van de onderzoeksopdracht. Zelfstandig een probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstelling van de onderzoeksopdracht.
B | Literatuur of bronnen gebruiken Inzicht in de vakinhoudelijke aspecten van het onderzoek te verkrijgen door het bestuderen van aangeboden literatuur of bronnen. Inzicht in het probleem en de vakinhoudelijke aspecten van het onderzoek te verkrijgen door het bestuderen van zelf gekozen literatuur of bronnen. Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur of bronnen te selecteren en te verkrijgen om zich verder in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend. Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur en/of bronnen te selecteren en te verkrijgen om zich volledig in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend.
C | Onderzoeksopzet bepalen De relatie tussen de aangereikte onderzoeksvraag, deelvragen en onderzoeksactiviteiten toe te lichten en uit te leggen. Onder begeleiding deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren. Zelfstandig deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren. Zelfstandig deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren.
D | Opstellen werkplan onderzoek De aanpak voor het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten van een eenvoudig onderzoek uit te werken volgens een aangereikt format met daarbij de planning van de werkzaamheden. In overleg een werkplan te maken, zelfstandig de planning op te stellen, rekening houdend met randvoorwaarden. Zelfstandig een werkplan op te stellen rekening houdend met de onderlinge afhankelijkheden van diverse onderzoeksactiviteiten en randvoorwaarden. Methodisch een werkplan te maken, waarbij rekening wordt gehouden met evaluatie- en bijstelllings- momenten, randvoorwaarden en onzekerheden.
E | Uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten en verkrijgen van de onderzoeksresultaten Bij uitvoering van de opdracht te werken conform het werkplan en effectief bezig te zijn de beoogde resultaten te verwerven. Basiskennis of vaardigheden toe te passen. Bij uitvoering van de opdracht te werken conform werkplan. Het werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en op basis van tussenresultaten te bepalen of tussentijds aanpassen nodig is. Relevante kennis of vaardigheden toe te passen. Een complex werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig tussentijds aan te passen. Relevante kennis te verwerven en toe te passen. Een complex werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig met een dynamische planning te werken. Relevante kennis te verwerven en toe te passen.
F | Verwerken en controleren gegevens De gegevens van de onderzoeksactiviteiten samen te vatten, te structureren in het licht van de onderzoeksvraag overzichtelijk in beeld te brengen. Kritische te reflecteren op de resultaten om te bepalen of die realistisch zijn. (Deel)resultaten samen te vatten en te interpreteren in relatie tot de opdracht/onderzoeksvraag. Kritische te reflecteren op de betrouwbaarheid van de resultaten. (Deel)resultaten logisch en overzichtelijk te combineren en in relatie tot de onderzoeksvraag te duiden. Een analyse op de betrouwbaarheid van de resultaten uitvoeren. De resultaten samen te vatten, te structureren en te duiden in relatie tot de onderzoeksvraag. Zorg te dragen voor betrouwbare resultaten.
G | Onderzoeks- conclusies en aanbevelingen formuleren Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag en zo nodig een voorstel te doen om uitvoering van de opdracht/het onderzoek te verbeteren. Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag en op basis hiervan een voorstel tot vervolgstappen te doen. Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren en te duiden die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag. Op basis hiervan een voorstel te doen voor een vervolg op het onderzoek. Op basis van de conclusies en overige inzichten voorstellen te doen voor een vervolg op het onderzoek.
H | Rapporteren Mondeling en/of schriftelijk volgens aangegeven richtlijnen over de opdracht te rapporteren. De resultaten te combineren in één rapportage volgens de geldende richtlijnen/standaard. Over het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard. De opbrengsten van het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende/valide standaard.
I | Samenwerken en communicatie Actief mee te werken in een team, waarbij de feedback op het geleverde werk verwerkt wordt om tot betere resultaten te komen. Tijdens de voortgang bondig over doelen en resultaten te kunnen communiceren. Te functioneren als volwaardig teamlid in de eigen werkomgeving waarbij feedback en reflectie leiden tot betere resultaten, beargumenteerde keuzes en goede afstemming in het uitvoeren van het onderzoek. De communicatie over de voortgang te kunnen afstemmen op de situatie. Als volwaardig lid te functioneren en samen te werken in een team waarin ook medewerkers uit andere vakgebied(en) kunnen zitten. Zelfstandig over de relevante inhoudelijke aspecten van de voortgang te communiceren. Resultaatgericht samen te werken in multidisciplinair verband. Adequaat te communiceren en rapporteren over de voortgang en afstemming.

Niveau I

De student levert een belangrijke bijdrage aan een aangereikte onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:

<b>A</b> | Doelstelling van de onderzoeks- opdracht formuleren

Inhoudelijk met de opdrachtgever te communiceren over het probleem en de doelstelling van het onderzoek.

<b>B</b> | Literatuur of bronnen gebruiken

Inzicht in de vakinhoudelijke aspecten van het onderzoek te verkrijgen door het bestuderen van aangeboden literatuur of bronnen.

<b>C</b> | Onderzoeksopzet bepalen

De relatie tussen de aangereikte onderzoeksvraag, deelvragen en onderzoeksactiviteiten toe te lichten en uit te leggen.

<b>D</b> | Opstellen werkplan onderzoek

De aanpak voor het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten van een eenvoudig onderzoek uit te werken volgens een aangereikt format met daarbij de planning van de werkzaamheden.

<b>E</b> | Uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten en verkrijgen van de onderzoeksresultaten

Bij uitvoering van de opdracht te werken conform het werkplan en effectief bezig te zijn de beoogde resultaten te verwerven. Basiskennis of vaardigheden toe te passen.

<b>F</b> | Verwerken en controleren gegevens

De gegevens van de onderzoeksactiviteiten samen te vatten, te structureren in het licht van de onderzoeksvraag overzichtelijk in beeld te brengen. Kritische te reflecteren op de resultaten om te bepalen of die realistisch zijn.

<b>G</b> | Onderzoeks- conclusies en aanbevelingen formuleren

Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag en zo nodig een voorstel te doen om uitvoering van de opdracht/het onderzoek te verbeteren.

<b>H</b> | Rapporteren

Mondeling en/of schriftelijk volgens aangegeven richtlijnen over de opdracht te rapporteren.

<b>I</b> | Samenwerken en communicatie

Actief mee te werken in een team, waarbij de feedback op het geleverde werk verwerkt wordt om tot betere resultaten te komen. Tijdens de voortgang bondig over doelen en resultaten te kunnen communiceren.

Niveau II

De student levert een belangrijke bijdrage aan een aangereikte onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:

<b>A</b> | Doelstelling van de onderzoeks- opdracht formuleren

In samenspraak en met afstemming een probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstellingen van de onderzoeksopdracht.

<b>B</b> | Literatuur of bronnen gebruiken

Inzicht in het probleem en de vakinhoudelijke aspecten van het onderzoek te verkrijgen door het bestuderen van zelf gekozen literatuur of bronnen.

<b>C</b> | Onderzoeksopzet bepalen

Onder begeleiding deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren.

<b>D</b> | Opstellen werkplan onderzoek

In overleg een werkplan te maken, zelfstandig de planning op te stellen, rekening houdend met randvoorwaarden.

<b>E</b> | Uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten en verkrijgen van de onderzoeksresultaten

Bij uitvoering van de opdracht te werken conform werkplan. Het werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en op basis van tussenresultaten te bepalen of tussentijds aanpassen nodig is. Relevante kennis of vaardigheden toe te passen.

<b>F</b> | Verwerken en controleren gegevens

(Deel)resultaten samen te vatten en te interpreteren in relatie tot de opdracht/onderzoeksvraag. Kritische te reflecteren op de betrouwbaarheid van de resultaten.

<b>G</b> | Onderzoeks- conclusies en aanbevelingen formuleren

Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag en op basis hiervan een voorstel tot vervolgstappen te doen.

<b>H</b> | Rapporteren

De resultaten te combineren in één rapportage volgens de geldende richtlijnen/standaard.

<b>I</b> | Samenwerken en communicatie

Te functioneren als volwaardig teamlid in de eigen werkomgeving waarbij feedback en reflectie leiden tot betere resultaten, beargumenteerde keuzes en goede afstemming in het uitvoeren van het onderzoek. De communicatie over de voortgang te kunnen afstemmen op de situatie.

Niveau III

De student vertaalt een aangereikt probleem naar een onderzoeksstrategie en voert het onderzoek uit.

De student laat dat zien door:

<b>A</b> | Doelstelling van de onderzoeks- opdracht formuleren

Zelfstandig een aangereikt probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstelling van de onderzoeksopdracht.

<b>B</b> | Literatuur of bronnen gebruiken

Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur of bronnen te selecteren en te verkrijgen om zich verder in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend.

<b>C</b> | Onderzoeksopzet bepalen

Zelfstandig deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren.

<b>D</b> | Opstellen werkplan onderzoek

Zelfstandig een werkplan op te stellen rekening houdend met de onderlinge afhankelijkheden van diverse onderzoeksactiviteiten en randvoorwaarden.

<b>E</b> | Uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten en verkrijgen van de onderzoeksresultaten

Een complex werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig tussentijds aan te passen. Relevante kennis te verwerven en toe te passen.

<b>F</b> | Verwerken en controleren gegevens

(Deel)resultaten logisch en overzichtelijk te combineren en in relatie tot de onderzoeksvraag te duiden. Een analyse op de betrouwbaarheid van de resultaten uitvoeren.

<b>G</b> | Onderzoeks- conclusies en aanbevelingen formuleren

Op basis van de onderzoeksresultaten conclusies te formuleren en te duiden die gerelateerd zijn aan de onderzoeksvraag. Op basis hiervan een voorstel te doen voor een vervolg op het onderzoek.

<b>H</b> | Rapporteren

Over het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende standaard.

<b>I</b> | Samenwerken en communicatie

Als volwaardig lid te functioneren en samen te werken in een team waarin ook medewerkers uit andere vakgebied(en) kunnen zitten. Zelfstandig over de relevante inhoudelijke aspecten van de voortgang te communiceren.

Niveau IV

Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven).

De professional laat dit zien door:

<b>A</b> | Doelstelling van de onderzoeks- opdracht formuleren

Zelfstandig een probleem te analyseren en te vertalen naar de doelstelling van de onderzoeksopdracht.

<b>B</b> | Literatuur of bronnen gebruiken

Zelfstandig (wetenschappelijke) literatuur en/of bronnen te selecteren en te verkrijgen om zich volledig in het probleem te verdiepen, daarbij de betrouwbaarheid van de verschillende informatiebronnen correct inschattend.

<b>C</b> | Onderzoeksopzet bepalen

Zelfstandig deelvragen en onderzoeksactiviteiten van het uit te voeren onderzoek te formuleren.

<b>D</b> | Opstellen werkplan onderzoek

Methodisch een werkplan te maken, waarbij rekening wordt gehouden met evaluatie- en bijstelllings- momenten, randvoorwaarden en onzekerheden.

<b>E</b> | Uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten en verkrijgen van de onderzoeksresultaten

Een complex werkplan effectief en efficiënt uit te voeren en zo nodig met een dynamische planning te werken. Relevante kennis te verwerven en toe te passen.

<b>F</b> | Verwerken en controleren gegevens

De resultaten samen te vatten, te structureren en te duiden in relatie tot de onderzoeksvraag. Zorg te dragen voor betrouwbare resultaten.

<b>G</b> | Onderzoeks- conclusies en aanbevelingen formuleren

Op basis van de conclusies en overige inzichten voorstellen te doen voor een vervolg op het onderzoek.

<b>H</b> | Rapporteren

De opbrengsten van het onderzoek te rapporteren volgens de in het werkveld geldende/valide standaard.

<b>I</b> | Samenwerken en communicatie

Resultaatgericht samen te werken in multidisciplinair verband. Adequaat te communiceren en rapporteren over de voortgang en afstemming.