|  | Niveau I | Niveau II | Niveau III | Niveau IV | 
                                            
                                            |  | De student
voert een experiment uit volgens aangereikt(e) aanpak/voorschrift en verkrijgt dupliceerbare resultaten. 
De student laat dat zien door:
 | De student kiest een voorschrift/aanpak, past het zo nodig aan, voert het uit en verkrijgt reproduceerbare en betrouwbare resultaten. 
De student laat dat zien door:
 | De student
zet met begeleiding experimenten op,  voert deze zelfstandig en systematisch uit verkrijgt reproduceerbare  en betrouwbare resultaten. 
De student laat dat zien door:
 | Ervaren beroepsbeoefenaar (zie beschrijving competentie hierboven). 
De professional laat dat zien door:
 | 
                            
                                            | A | Doel en opzet | Uit te leggen wat het doel van het experiment is. | Een aanpak te kiezen en uit
te leggen waarom deze geschikt is
om het doel te bereiken. | Zelfstandig een aanpak formuleren waarmee het doel van het experiment bereikt kan worden. | Zelfstandig een aanpak formuleren waarmee het doel van het experiment bereikt kan worden. | 
                            
                                            | B | Methoden en technieken
(conceptueel) | het principe van de aangereikte methode en techniek uit te leggen. | Over voldoende kennis en inzicht beschikken van beschikbare methoden en technieken om deze op geschiktheid te beoordelen en de juiste apparatuur en/of apparaatinstellingen te kiezen. | Geschikte methoden en technieken te kiezen of ontwikkelen, en te anticiperen op mogelijke experimentele problemen. | Zodanige kennis, inzicht en geoefendheid te tonen dat werkzaamheden op een verantwoorde, veilige en kritische wijze kunnen worden uitgevoerd met de juiste methoden, technieken en apparatuur. | 
                            
                                            | C | 
Apparatuur/ opstellingen/ instrumenten
/hard- en software*
(Toepassen) | Zich te bekwamen in de correcte omgang met de apparatuur. | Zich zodanig te bekwamen in de werking van de beschikbare apparatuur, dat het aanpassen van de instellingen leidt tot gewenste effecten. | Zich zelfstandig te bekwamen in de mogelijkheden en beperkingen van de te gebruiken apparatuur om experimentele problemen te herkennen en daarnaar te kunnen handelen. | Zich te bekwamen in de mogelijkheden en beperkingen van apparatuur om naar experimentele problemen te kunnen handelen. | 
                            
                                            | D | Voorbereiding en uitvoering | Op basis van een aangereikt voorschrift/aanpak een experiment adequaat voor te bereiden, uit te voeren en binnen de gestelde tijd dupliceerbare resultaten te verkrijgen en hiervan nauwkeurige en overzichtelijke documentatie bij te houden. | Een planning te maken voor uitvoering van een voorschrift/aanpak, het experiment uit te voeren en binnen de gestelde tijd reproduceerbare resultaten te verkrijgen en hiervan nauwkeurige en overzichtelijke documentatie bij te houden. | Een planning te maken voor een aantal experimenten, deze uit te voeren en binnen de gestelde tijd reproduceerbare resultaten te verkrijgen en hiervan nauwkeurige en overzichtelijke documentatie bij te houden. | Werkvoorschriften opstellen en uitvoeren zodat aantoonbaar betrouwbare en reproduceerbare resultaten worden verkregen en hiervan nauwkeurige en overzichtelijke documentatie bij te houden. | 
                            
                                            | E | Veiligheid, gezondheid, milieu (VGM) en duurzaamheid | Werken volgens VGM- en rekening houden met ethische en duurzaamheids normen bij het voorbereiden en uitvoeren van het experiment. | De aanpak te beoordelen of het binnen de VGM- , ethische en duurzaamheidsnormen kan worden uitgevoerd. | De aanpak beoordelen en eventueel aanpassen volgens VGM-, ethische en duurzaamheidsnorm-en. | Een aanpak opstellen volgens VGM-, ethische  en duurzaamheidsnormen met verantwoordelijkheid naar de omgeving. | 
                            
                                            | F | Betrouwbaarheid  resultaten | Meetresultaten adequaat en correct te bewerken en in te schatten of een gevonden uitkomst realistisch is. | De betrouwbaarheid van een resultaat te beoordelen door een aangereikte (bijvoorbeeld statistische) analyse. | Een (statistische) analyse te kiezen om de betrouwbaarheid en validiteit van het gevonden resultaat te beoordelen. | (Statistische) technieken toe te passen om de resultaten te verwerken/valideren en de kwaliteit ervan te borgen. | 
                            
                                            | G | 
Kritische beschouwing | Te motiveren of de aanpak van het experiment correct gevolgd is. | Te motiveren of de aanpak van het experiment 
verbeteringen nodig heeft. | Indien nodig voorstellen te doen tot verbetering van de aanpak en voorstellen te doen voor additionele experimenten. | Op basis van de resultaten een beslissing te nemen voor het vervolg. |