Waar ben je het meest trots op in de periode dat jij bestuurslid was van DAS?

Ik ben trots op DAS — niet zozeer op mijzelf, maar op DAS. Ik ben vooral erg blij. Heel erg blij dat wij er toen in zijn geslaagd om zo’n samenwerking voor alle opleidingen binnen Applied Science van de grond te krijgen. Want dat was aanvankelijk niet zo makkelijk. Een paar hogescholen waren er helemaal niet blij mee. Er was in die periode een behoorlijke concurrentiestrijd. Toch zijn we erin geslaagd om die samenwerking vorm te geven. En toen ik, naar aanleiding van jouw verzoek voor een interview, nog eens door alle appjes en www’tjes fietste, dacht ik: oh, wat leeft dat nog lekker! En daar ben ik zo ontzettend blij om, want voor mijn gevoel is DAS nog steeds uniek in Nederland en in hbo-land. Dat overheersende gevoel is blijdschap!

Als je kijkt waar DAS nu staat, had je dat verwacht 15 jaar geleden?

Niet verwacht, wel gehoopt. En vooral de rol die DAS heeft gepakt in de samenwerking tussen de lectoraten vind ik echt geweldig! Echt geweldig hoe DAS daar zo op heeft ingezet — dat heeft tot zoveel mooie dingen geleid, en zal dat zeker nog blijven doen. Dat had ik destijds niet verwacht. Mijn hoop was vooral dat we de samenwerking tussen de opleidingen konden behouden.

Waar liggen volgens jou de komende jaren de uitdagingen voor het hbo applied science-onderwijs? En hoe zou DAS hier een rol in kunnen spelen?

Er komt weer een periode van krimp aan binnen het hbo. Ik hoop nu dat opleidingen niet opnieuw de fout ingaan door de concurrentiestrijd met elkaar aan te gaan en daarbij veel geld te verspillen aan regionale activiteiten om zieltjes te winnen. Naar mijn mening kiest de student vooral voor de hogeschool die het dichtst bij huis ligt. Dus geen concurrentie, maar samen blijven werven. Misschien is het ook goed om de discussie over de landelijke verdeling van de DAS-opleidingen opnieuw op te pakken. Een goede spreiding van het aanbod op basis van studentenaantallen. Een andere uitdaging die ik zie voor DAS, is het verder versterken van de lectoraten. Het promotierecht komt eraan, en dat zou een heel mooie volgende stap zijn. Daarmee wordt het hbo écht volwassen.

Wat wens je DAS in de toekomst toe?

Blijf samenwerken, en ik wens DAS een nog innigere verbinding met het bedrijfsleven toe. Dat kan echt nog meer en beter. Er zijn diverse topsectoren die raken aan waar DAS zich mee bezighoudt.

Wat schiet er als eerste bij je binnen als je aan DAS denkt?

Ik denk dan meteen aan de gezamenlijke voorlichting aan middelbare scholieren, samen met Stichting C3. Ik ben blij dat dit nog altijd gezamenlijk gebeurt. Daar ligt echt onze kracht. Hogescholen staan er niet bij de gratie van de student: ze moeten er gewoon zijn, omdat dit land hbo’ers nodig heeft. Waar studenten gaan studeren, is minder van belang.

Waar heb je in je DAS-tijd veel plezier aan beleefd?

Het meeste plezier heb ik beleefd aan — en eigenlijk nog steeds — het opstarten van het talentenprogramma ASTP (Analytical Sciences Talent Program). Dat draait inmiddels ook al heel wat jaren. Het mooie van dit programma is de verbinding tussen bedrijfsleven en hbo. Studenten van hbo en wo doen mee, naast hun reguliere studie. Zo mooi om te zien dat studenten zó enthousiast zijn om, buiten hun opleiding en in het weekend, nog meer te willen leren.